8. Tegen haat en nijd

Extreemrechts groeit

Toen de Europese Transportarbeiders Federatie (ETF) haar laatste congres organiseerde in Boedapest, had Orbán twee weken voordien de fine fleur van populistisch rechts voor een conferentie samengeroepen in diezelfde stad. Op 19 en 20 mei 2022 werd daar de conferentie CPAC (Conservative Political Action Conference) Hungary georganiseerd. Het is een conferentie waar extreemrechts van Europa en de Verenigde Staten samenkomen om twee dagen lang te discussiëren over hoe ze hun agenda kunnen opleggen in zowel Europa als de Verenigde Staten. Op de sprekerslijst stonden Mark Meadows, ex-stafchef van Donald Trump, Tucker Carlson toen nog van Fox News, en George Farmer van het extreemrechtse mediaplatform Parler. Maar ook Viktor Orbán zelf en enkele van zijn ministers namen het woord op die conferentie. Naast politici van de Oostenrijkse extreemrechtse politieke partij FPÖ, het Italiaanse Lega, het Spaanse Vox en Tom Van Grieken van het Vlaams Belang uit België.

Op die CPAC-conferentie wordt Hongarije “een van de motoren van het verzet tegen de woke-revolutie” genoemd. “Conservatieven in Europa en de Verenigde Staten moeten samen vechten om de instituties in Washington en Brussel te ‘heroveren’”, zei Viktor Orbán tijdens de conferentie. Volgens hem zijn die instellingen in handen van “progressieve liberalen, neomarxisten verdwaasd door de wokedroom” en, een Orbán-klassieker, “mensen gefinancierd door George Soros”. Kortom: krachten die “de westerse manier van leven vernietigen waar jullie en wij zo van houden”, vertelde Orbán op de CPAC Hungary-conferentie. Een Hongaarse talkshowhost die aanwezig was op de conferentie noemde Joodse mensen “stinkende uitwerpselen” en Roma “beesten”.

De groeiende invloed van extreemrechtse politiek en populisme gaat samen met de globalisering. Sinds vele jaren krijgen populisme en extreem- rechtse partijen over de hele wereld meer invloed. Met een vals verhaal over de bescherming van de ‘eigen bevolking’, zijn ze in feite gericht op het afbreken van de rechten van werknemers, het stimuleren van racisme en uitsluiting … Was extreemrechts marginaal in het tweede deel van de 20ste eeuw, dan zijn extreemrechtse en fascistische partijen nu terug.

Op veel plaatsen neemt extreemrechts deel aan de regering of neemt het zelfs de macht over. Trump was president in de VS en, nadat hij de verkiezingen had verloren, vocht hij de democratische uitslag aan, waarbij zijn aanhangers het Huis van Afgevaardigden aanvielen. Bolsonaro in Brazilië werd verslagen door Lula maar bereidt een comeback voor, Meloni in Italië is premier, Orbán in Hongarije …

Sommigen willen ons doen geloven dat vluchtelingen en immigranten de oorzaak zijn van de crises waarmee we in het Noorden worden geconfronteerd. Maar we weten dat niemand zijn of haar land zomaar voor het plezier verlaat. Vluchtelingen vluchten voor oorlogen, hongersnood, armoede … We moeten niet alleen extreem waakzaam en streng zijn met betrekking tot racisme en uitsluiting. We moeten concreet actie ondernemen om de invloed van extreemrecht te stoppen door ons te richten op werknemers­ educatie en door campagne te voeren rond belangrijke symbolen zoals het dragen van de rode driehoek (het symbool van politieke en vakbonds­ kampgevangenen als middel om discussie te openen), of het propageren van 8 mei (dag van de overwinning van de democratie op het nazisme) als officiële feestdag.

Democratie staat overal ter wereld onder druk. Autoritaire regimes, autocraten, dictators … zijn in alsmaar meer landen aan de macht. Autoritaire leiders in Azië, Afrika, het Midden­Oosten en Europa verwaarlozen de democratie. Het recht om zich te organiseren, het recht om vakbondsacties te voeren, het recht om te demonstreren, het recht om te onderhandelen lopen gevaar. Vrouwenrechten worden in veel landen, zoals Iran en Afghanistan, op flagrante wijze geschonden.

‘Een land dat zijn verleden vergeet, heeft een povere toekomst!’

Extreemrechts is tegen de vakbond!

Het is 16 oktober 2021. Ik sta op een bomvol Piazza San Giovanni in Rome, samen met 100.000 betogers. “Mai più fascismo!”, scanderen ze in koor. Maurizio Landini, de secretaris-­generaal van CGIL, een van de drie organiserende vakbonden, spreekt de menigte toe. “We zijn niet vergeten wat er gebeurde in Italië, in Europa, voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog. Want een land dat zijn verleden vergeet, heeft een povere toekomst!” In zijn lange en begeesterende toespraak pleit hij voor hoop en perspectief voor de jongeren, voor méér cultuur, voor betere banen en een stevig sociaal vangnet.

De aanleiding van de betoging was een aanval van Squadron Fascisti op 9 oktober 2021 op het centrale hoofdkwartier van CGIL. Op diezelfde dag werd ook een vaccinatiecentrum in een hospitaal aangevallen en in de dagen nadien werden regionale vakbondskantoren van CGIL met molotovcocktails bestookt, werden andere besmeurd met hakenkruisen … Ook de website van CGIL werd gehackt in een poging om de computers van de vakbond te saboteren. Wie de boekenreeks ‘M’ van Antonio Scutari las, krijgt ongetwijfeld een déjà vu. De aanslagen doen denken aan de fascistische knokploegen die in het prefascistische Italië de fysieke jacht op links organiseerden.

Het is een duidelijk voorbeeld van hoe extreem­ rechts tegen de vakbonden is. Extreemrechtse partijen mogen dan wel hun mond vol hebben over hoe sociaal ze wel zijn (zij het enkel voor het ‘eigen volk’), ze zijn duidelijk als het op vakbonden aankomt: afschaffen! En als dat niet kan, dan moet die vakbonden het leven zuur gemaakt worden. Door het stakingsrecht in te perken, door ze financieel te treffen, door stakingsleiders te vervolgen …

Ondertussen is Italië naar rechts gekanteld. Giorgia Meloni, boegbeeld van een neofascistische partij is premier van Italië. Diegenen die dachten dat het allemaal niet zo’n vaart zou lopen, en dat die neofascisten zodra ze in een regering zaten, het kalmpjes aan zouden doen, die worden door de feiten tegengesproken.

En dat de regering Meloni ook een antisociale politiek doorvoert blijkt uit de afschaffing van het burgerinkomen. Een reddito di cittadinanza is een combinatie tussen werkloosheidsuitkering en het leefloon, ingevoerd door de vorige regering. Giorgia Meloni kondigde eerder al aan dat ze die sociale uitkering zou afschaffen. Het zou de ‘nietsdoeners’ alleen maar motiveren om niets te doen … Dat met het afschaffen van dat leefloon vele gezinnen opnieuw in de armoede gestort worden, bleek geen punt.

Italiaans academicus Antonio Scurati zei in een kranteninterview: “De geschiedenis ligt niet op voorhand vast, ze is de uitkomst van een gevecht. En dat geldt ook voor de democratie. Onze generatie heeft de democratie geërfd van onze ouders en grootouders. We zijn gelukzakken. We hebben het gevoel dat de democratie vanzelf­ sprekend is, dat ze altijd zal blijven bestaan. Terwijl dat natuurlijk niet zo is. Ze moet continu verdedigd worden.”

Ook in België vielen fascisten de vakbond fysiek aan. Op 1 mei 2018 is een rechtse stoottroep het gebouw van mijn confederatie binnengedrongen en hebben ze de vakbondsvlag, die aan het gebouw wapperde, gestolen. Nadien postten ze een film op sociale media waarin ze urineerden op die vlag en waarbij ze die tot slot in brand staken. De groep heette Schild & Vrienden, geleid door Dries Van Langenhove. Het begon als een groep van uiterst rechtse studenten en jongeren. Ze organiseerden trainingskampen omdat (ik citeer) “de jeugd in goede fysieke conditie moet zijn”. Maar die kampen waren ook plaatsen waar lezingen, zogenaamd opvoedkundige trainingen … georganiseerd werden. De leden stonden met elkaar in contact via een WhatsApp­groep waar racistische en onverdraagzame berichten over andersgeaarden uitgewisseld werden.

Na een tv-­reportage opende de Belgische justitie een onderzoek naar schending van de antiracisme­ wetgeving. De leiders van de groep hadden het over een aanval op de vrijheid van meningsuiting. De leider van de groep zetelde nadien geruime tijd voor het extreemrechtse Vlaams Belang in het Belgische parlement. De groep is nog altijd niet veroordeeld wegens racisme (wat in België strafbaar is).

Ondertussen is er in België een beweging opgestart die de 8 meicoalitie heet. Die coalitie ijvert voor de erkenning van 8 mei als officiële feestdag. Het is de dag van de capitulatie van nazi-Duitsland in 1945. In flink wat landen wordt die dag al herdacht. Om een duidelijk politiek signaal te geven dat er geen plaats is voor extreemrechts, moeten we ervoor ijveren dat 8 mei overal in Europa een betaalde feestdag wordt. Symbolen zijn meer dan ooit belangrijk.

‘We moeten zonder complexen de publieke agenda naar onze hand durven te zetten. De punten waar het echt over gaat op de agenda plaatsen.’

De vakbonden moeten de puntjes op de i durven te zetten

Het succes van extreemrechtse partijen, ook electoraal, is alleen mogelijk omdat ook een deel van onze eigen achterban zich aangesproken voelt door het extreemrechtse discours. Een fout discours dat ‘gewone mensen’ verleidt.

Extreemrechts bepaalt de agenda met een verhaal dat simpel en eenvoudig is. Alles wat misloopt is de schuld van de vreemdelingen. De immigratiebeweging waarmee we wereldwijd te maken hebben, waarbij mensen oorlog, armoede, verpaupering en uitzichtloosheid ontvluchten, zorgt voor een instroom van nieuwkomers in onze samenleving. En wat nieuw, vreemd, of anders is, boezemt mensen vaak angst in. Extreemrechts voedt die angsten door moedwillig te overdrijven. Ze spreken van een tsunami aan vluchtelingen, van een overrompeling van illegale migranten, van een vloedgolf. Ze wakkeren op die manier de onrust aan en creëren een sfeer van haat en nijd tegen vreemdelingen.

Laatst las ik daarover het verhaal van Daniel Esteve, een oud-bokser die in Barcelona actief is. Hij stookte onrust in wijken in Barcelona door krakers te bedreigen en betogingen tegen hen te organiseren. Met zijn bedrijf Desokupa organiseert hij uitzettingen van krakers uit gekraakte leegstaande gebouwen. Recenter mengde hij zich in de lokale verkiezingen. Hij gebruikte de publieke verslagenheid na de
moord op een winkelhoudster in Madrid om op te roepen tot wraak tegen ‘dé Algerijnen’, die achter de moord zouden zitten. De partijleider van Vox, Santiago Abascal, had het op Twitter over een dader met een Noord-Afrikaanse achtergrond.

De politie loste de zaak binnen 24 uur op. Het was geen Mohammed die de vrouw doodstak, maar een Spaanse ‘Jesús’, een crimineel met drugsproblemen. Maar 24 uur lang voedden Vox en Desokupa het valse vuur op Twitter en TikTok. Mede door Daniel Esteve draaide de verkiezingscampagne in Barcelona opeens om huisvesting en veiligheid, en niet rond toerisme en mobiliteit die twee belangrijke uitdagingen zijn in de stad. Het is een mooi voorbeeld van hoe extreemrechts met valse verhalen de publieke agenda naar zijn hand zet.

Binnen de vakbonden moeten we duidelijker zijn. We moeten zonder complexen de publieke agenda naar onze hand durven te zetten. De punten waar het echt over gaat op de agenda plaatsen. Al te makkelijk hebben we het discours van extreemrechts laten betijen. Meer zelfs: we hebben er ons in zekere zin bij neergelegd. Het verhaal dat door rechtse populisten in de markt wordt gezet, krijgt veel te weinig tegenspraak.

‘Het verhaal dat door rechtse populisten in de markt wordt gezet, krijgt veel te weinig tegenspraak.’

‘Vandaag moeten wij als vakbonden onze taak volbrengen – zoals we in het verleden een bolwerk waren tegen extreemrechts.

MARTIN BURKERT

In een tijd waarin de toenemende invloed van populisme, nationalisme en rechtsextremisme inEuropa de democratie in gevaar brengt, moeten ook wij als vakbonden daarover in onze eigen rangen van gedachten wisselen. Sociale ongelijkheid, steeds meer onzekere arbeidsomstandigheden of de afbouw van het socialezekerheidssysteem maakt mensen onzeker, werkt ontevredenheid en angst voor de toekomst in de hand. Rechtspopulisten en rechtsextremisten zwaaien met gemakkelijkheidsoplossingen voor complexe problemen, denken in categorieën als vriend-vijand – en maken daarmee de weg vrij voor discriminatie, uitsluiting en verloedering.

Vooral voor vakbondsleden is het hun plicht om collegiaal en solidair te handelen en zich als een belangrijk deel van de samenleving elke dag actief en open uit te spreken tegen antidemocratische gevoelens, rechtsextremisme en rechtspopulisme. Wie een tegenstander is van democratie, diversiteit en rechtvaardige deelname voor allen, is ook een tegenstander van de vakbonden. Rechtspopu­listische of rechtsextremistische partijen staan rechtstreeks of onrechtstreeks vijandig tegenover werknemers en/of vakbonden.

Vandaag moeten wij als vakbonden onze taak volbrengen – zoals we in het verleden een bolwerk waren tegen extreemrechts: na de Tweede Wereld­ oorlog stonden de vakbonden op de eerste rij bij de strijd tegen historisch fascisme en waren we resistent tegen rechtsextremisme.

Mijn vakbond, de EVG, heeft – als eerste vakbond in Duitsland – in 2019 een duidelijk besluit genomen: wie voor rechtspopulistische of rechts­ extremistische partijen zoals de AfD opkomt, is niet welkom in onze vakbondsgemeenschap – als EVG maken wij een duidelijke vuist tegen rechts….

MARTIN BURKERT
° 14.10.1964. Duitsland.
Voorzitter van de Duitse vakbond EVG (Eisenbahn und Verkehrsgewerkschaft). Lid van het Management Committee en de Executive Board van de European Transport Workers’ Federation (ETF). Lid van de Executive Board van de International Transport Workers’ Federation (ITF).

VINCENT SCHELTIENS ORTIGOSA
° 03.10.1962. België.
Historicus. Postdoctoraal onderzoeker en Gastprofessor aan de Universiteit Antwerpen. Auteur van verschillende werken over o.a. nationalisme en extreemrechts.

‘Het is aan de syndicale bewegingen om extreemrechts de pas af te snijden, de kop in te drukken.

VINCENT SCHELTIENS ORTIGOSA

Sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog kenden extreem­ rechtse politieke partijen en radicaal­rechtse populistische figuren nooit eerder zoveel electoraal succes als nu. Het blijft niet bij stemmen en parlementszetels. Centrum­ en conservatief rechts lieten de ophaalbrug voor extreemrechts neer. Dat betekent niet alleen dat ze inhoudelijke voorstellen en discoursen over­ namen en die op die manier in de samenleving verder normaliseerden. Het betekent ook dat om aan de macht te komen of te blijven rechts er geen graten in ziet om allianties met extreemrechts aan te gaan. Naast de illiberaal genoemde regimes in Hongarije en Polen kwam extreemrechts, hetzij als coalitiepartner hetzij als verlener van cruciale gedoogsteun, de facto aan de politieke macht in EU­lidstaten als Zweden, Finland, Italië … Ook in Spanje sloegen conservatief rechts en extreem­ rechts de handen ineen. Al beten ze op nationaal vlak nipt in het zand, ze regeren vandaag samen in zes autonome regio’s en in meer dan honderd gemeenten. In de twee landen waarop de Europese as historisch gebouwd is, Frankrijk en Duitsland, scheert extreemrechts hoge toppen in de peilingen.

Het succes van extreemrechts op verschillende continenten doet zich voor in een tijdsgewricht waarin de geglobaliseerde wereld een harde en rechtstreekse impact heeft op de wereld van de werkende mensen. Bankencrisis, klimaatcrisis, pandemie, energiecrisis, oorlogen, vluchtelingenstromen … Het zijn allemaal mondiale uitdagingen die rechtstreekse destabiliserende gevolgen hebben op de werk­, leef­ en woonomgeving. Ze creëren twijfel, onzekerheid, soms angsten en frustraties, woede en onbehagen. Extreemrechts surft op die angsten en zwengelt ze verder aan. Los van de onderlinge programmatorische verschillen of van hun historische wortels bieden ze in wezen overal ontredderde mensen hetzelfde simpele, leugenachtige globale alternatief.

Een alternatief dat zowel de ‘havenots’ kan aanspreken die moeten vechten om rond te komen, als de beter gestelden die vanuit een welvaartschauvinisme en een politiek egoïsme ‘de miserie van de wereld’ anticiperend willen afduwen.

Dat globale extreemrechtse alternatief steunt op twee innig met elkaar verstrengelde gedachten. Ten eerste is er de terugplooigedachte die wil dat er harde grenzen worden getrokken en dat er een sterke afbakening komt. De illusie dat je je van de grote boze wereld kunt afsluiten. Ten tweede is er de drang naar interne homogenisering. Anders zijn, van elders komen, verschil … het wordt in verschillende intensiteiten niet geduld. De bevolking moet gehiërarchiseerd worden, van ‘eigen volk eerst’ tot passanten met minder rechten in ondergeschikte posities tot ongewensten die gestigmatiseerd en gedehumaniseerd worden en eruit moeten. Dat programma heet nativisme en bestaat uit eng nationalisme en racisme.

Het spreekt vanzelf dat vakbonden die opkomen voor de belangen van alle werkende mensen, die de veruitwendiging zijn van internationale solidariteit, die de beste veroveraars en verdedigers zijn van sociale en democratische rechten en vrijheden … de uitgesproken vijand zijn van extreemrechts. Net als in de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw zal ook de eigentijdse, 21ste-eeuwse variant van het fascisme niet aarzelen om, eenmaal machtig genoeg, de vakbonden te vernietigen. Het is aan de syndicale beweging in elk land afzonderlijk, samen wereldwijd, om extreemrechts de pas af te snijden, de kop in te drukken. Door het opnieuw te denormaliseren. Door op werkvloeren en in de publieke ruimte, met eigen kanalen, het sociaal-nativisme van extreemrechts, zijn leugens en demagogie, te ontzenuwen. Door krachtig sociaal beleid dat breekt met de neoliberale logica af te dwingen en te steunen. Door de werkende klassen eigen globale alternatieven aan te reiken, een verwachtingshorizon. Dat is wellicht moeilijker omdat die alternatieven niet op leugens gebaseerd zijn, maar wel vanuit de reële materiële belangen van de werkende mensen opnieuw solidariteit en kameraadschap laten primeren op haat en nijd.